Urbanism - Architecture - Pluricultural studies
Studenten van de University of Curaçao (UoC) hebben in samenwerking met tien studenten van de universiteit van Medellín in Colombia en buurtbewoners van de wijk Nieuw Nederland hebben de wijk weer zichtbaar gemaakt en het nieuwe logo als visitekaartje achtergelaten. Het project dat onder leiding staat van Sofia Saavedra Bruno richt zich op de publieke ruimten van de wijk. De snelheid waarmee de publieke ruimte van Nieuw Nederland is aangepakt is voor Saavedra Bruno ‘het bewijs dat de UoC een bijdrage kan leveren aan wijkontwikkeling’.
Den Haag is en stad van tegenstellingen, ook wel bekent als ‘de-hoeden-en-petten-stad’. De stad is een meltingpot waar verschillende lagen, culturen en etniciteiten samen leven in een stad dat door de zee en haar omringende gemeente ingesloten zit.
Direct tegen het stadscentrum van Den Haag liggen de Haagse Schilderswijk en Transvaalbuurt. Deze wijken, een van de door de ministerie van Wijken, Wonen en Intergratie benoemde probleemwijken van Nederland, zijn wijken die qua opbouw zeer divers zijn. Zowel op sociale, culturele, fysieke en economische vlak heeft de wijk potentie om uit te groeien tot het nieuwe en bruisende pluriculturele stadscentrum van Den Haag. Dit komt omdat de wijk te maken heeft met opkomende city-vorming, de verstedelijking van de plek.
Den Haag is en stad van tegenstellingen, ook wel bekent als ‘de-hoeden-en-petten-stad’. De stad is een meltingpot waar verschillende lagen, culturen en etniciteiten samen leven in een stad dat door de zee en haar omringende gemeente ingesloten zit.
Direct tegen het stadscentrum van Den Haag liggen de Haagse Schilderswijk en Transvaalbuurt. Deze wijken, een van de door de ministerie van Wijken, Wonen en Intergratie benoemde probleemwijken van Nederland, zijn wijken die qua opbouw zeer divers zijn. Zowel op sociale, culturele, fysieke en economische vlak heeft de wijk potentie om uit te groeien tot het nieuwe en bruisende pluriculturele stadscentrum van Den Haag. Dit komt omdat de wijk te maken heeft met opkomende city-vorming, de verstedelijking van de plek.
Deze wijken zijn echter de laatste jaren in vele opzichten gestuwd naar een mono-culturele wijk. Ondanks de tendens dat we naar een pluricultureel model gaan waarin etniciteit in veel mindere mate een rol speelt, en waarin interacties tussen groepen plaatsvinden op basis van leeftijd, opleidingsniveau en gedeelde interesses, zijn deze wijken een mono-culturele eilandjes geworden die niet passen bij deze ontwikkeling. Het is niet meer dan een cosmetische injectie die ten onrechte exotiseert en polariseert en daarmee een valse identiteit neerzet (voorbeelden hiervan is de Haagsche China-town, maar ook de ontwikkelingen in Haagse Transvaal buurt).
1.2: Focus: Het Jacob van Campenplein & Calimero-stedenbouw
Het Jacob van Campenplein in Den Haag is zo’n voorbeeld van een plek met alle potenties, maar waar momenteel van alles misgaat. Het is een stedenbouwkundige ‘left-over’ naar aanleiding van de herstructurering van de jaren 80-90. Ik vind het een typisch geval van Calimero-stedenbouw, dit zijn ontwerpen die ervoor hebben gezorgd dat er te groten tegenstellingen in de wijk zijn ontstaan. De locatie is plein noch park en qua gebruik heeft het geen duidelijke functies. De meeste gevels die aansluiten op het plein hebben geen uitzicht op het plein (dode gevelkoppen) en die woningen die wel uitzicht hebben op het plein, zijn zodanig naar binnen gekeerd dat er geen enkele relatie bestaat tot het plein en ook niet uitnodigt om het te hebben. Als voorbeeld hiervan zijn de gevels van de plint; dit zijn slaapkamers en entree’s tot de woningen, de woonkamers van deze woningen zitten allen op de eerste ene tweede verdiepingen.
Na dieper onderzoek blijkt het gebied rondom het plein ook nog eens ernstig sociale problemen te hebben, zoals jeugdprostitutie, Haagse jeugdbendes en daklozen en verslaafden.
2.1: Oplossingen, handvaten voor de toekomst
Ik ben geen voorstander van het collectief cosmetisch kopiëren van elementen van een zogenaamde Mediterrane stedenbouw en architectuur naar de Nederlandse context. In mijn optiek creëer je hiermee een valse identiteit, die eerder polariserend werkt, dan eer doet aan de hybride en dynamisch pluriculturele identiteit van de wijk. Het is daarom belangrijk te kiezen voor stedenbouwkundige injecties die de wijk de mogelijkheid geven te transformeren naar een pluriculturele samenleving, met een grote diversiteit in bevolkingsopbouw, woningtypes, culturele voorzieningen op wijk- en blokniveau en veel vrijheid en ruimte voor bewoners die door willen groeien.
Ik vind het niet verstandig te ontwerpen door te denken vanuit een plaatje en de kavel, maar door te kiezen voor een contextueel ontwerp dat vertrekt vanuit de sociaal maatschappelijke mogelijkheden. Door goed te kijken wat er echt gebeurt op straat en in de gebouwen, beleef je de buurt echt. De resultaten van deze onderzoeken worden verwerkt in een informele kaart die inzicht geeft in de wijze waarop de buurt echt wordt gebruikt. Deze manier van onderzoeken voer ik al enkele jaren uit in diverse steden in de wereld bracht tal van informele ontwikkelingen aan het licht. Van de illegale markten van de 3e en 4e generatie Afrikanen in Marseille, de vrije uitbouw van ex-communistische gebouwen in Tblisi tot schuilmoskeeën in het Haagse Transvaalkwartier.
2.2: Losse eilandjes verbinden, software in hardware
De pluriculturele samenleving is te stimuleren door coalities te smeden tussen verschillende functies en/of doelgroepen die nu nog strikt gescheiden zijn van elkaar. Denk aan: jongeren en ouderen, wonen en ondernemen, werken en leren, cultuur en sport. Daarvoor is een aantal strategische injecties nodig op wijkniveau.
Men moet op zoek gaan naar een model dat duurzaamheid brengt in dit gebied dat maatschappelijke, sociale, culturele en architectonische problemen kent. Het gaat erom de historische identiteit te intensiveren en te ontwikkelen. Wat kan de locatie binnen het krachtenspel betekenen voor de overgang van de oude naar de nieuwe identiteit?
Het gewenste pluriculturele karakter krijgt vorm door ruimte te geven aan allerlei informele fenomenen die je al ziet in de ongeplande stad. Door het informele niet te normaliseren of uit te bannen, maar juist te omarmen, ontstaat ruimte voor innovaties. Deze benadering geeft mensen van uiteenlopende welvaartsniveaus de ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en groei binnen de wijk. In feite transformeert de wijk mee met de bewoners. De bewoners zelf vormen dus de motor van deze ontwikkeling. Zij bepalen het tempo waarin de wijk groeit. Huizen worden bijvoorbeeld getrapt ontwikkeld waarbij veel vrijheid wordt gelaten aan bewoners voor interpretatie en groei. Zo ontstaat aan de ene kant een ‘wij-wijk’ met diversiteit in bevolkingsopbouw, woningtypes, culturele voorzieningen op wijk-, blok-, en woningniveau, waarbij aan de andere kant de individu op woningniveau zichzelf kan blijven in de ‘i-huis’.
noot:
Het bovenstaande is een verkorte weergave van (eerdere) observaties en onderzoeken. Enkele uitspraken hebben een onderbouwing die in deze tekst niet zijn geplaatst.