In opdracht van De Key/de Principaal heeft CONCEPT0031 een ontwerpstudie gedaan naar de mogelijkheden voor cultureel geїnspireerde woningbouw op de Jan Tooroplocaties in stadsdeel Slotervaart.
CONCEPT0031 wil duurzaamheid brengen in dit gebied met maatschappelijke, sociale, culturele en architectonische problemen door het intensiveren en ontwikkelen van de historische identiteit. Zij doen dit door de wijk samen met de bewoners te vernieuwen.
1. Context
- De bevolkingssamenstelling van de grote steden is in de afgelopen 30 jaar enorm veranderd. In 90 buurten in de vier grote steden wonen net zoveel allochtonen als autochtonen. (SCP,2005)
- In de architectuur is van deze culturele diversiteit weinig terug te vinden.
- Het grootste deel van de openbare maar ook private ruimte in veel stadswijken is gedeelde ruimte, waarvan mensen met verschillende culturele achtergronden gebruik maken. Dit geeft fricties (hangjongeren, onveiligheid, vervuiling,etc.)
- In de grote steden is steeds meer behoefte aan buurten:
- waarmee mensen zich verbonden voelen (identiteit/trots)
- die uitnodigen tot samen leven (cult. uitwisseling/sociale cohesie)
- die gezinnen aanspreken (stedelijkheid in de luwte, menselijke maat)
2. Hoofdvraag
- Hoe kunnen we waardevolle elementen uit de dominante culturen in Amsterdam, met respect voor de omgeving, integreren tot concepten voor pluriculturele stadswijken die:
- de kracht van de pluriculturele stad verbeelden
- de fricties in de gedeelde ruimtes (binnen en buiten)reduceren
- differentiatie brengen in woningaanbod en woonbeleving
- Amsterdamse stadsgezinnen aan de stad kunnen binden
Opgave is dus niet het maken van een concept voor een Turks of Marokkaans woonmilieu, maar juist een woonmilieu waar Amsterdamse gezinnen met verschillende culturele achtergronden zich thuisvoelen.
3. Onderzoeksvragen
- Welke typisch Nederlandse ontwerpoplossingen passen niet meer bij de huidige stadsbevolking en veroorzaken mede daardoor fricties?
Aandachtspunten, o.a. (aanscherpen):
- Overgangen openbaar-prive
- Buitenruimte woningen
- Semi-private Hoven
- Inrichting parkjes/pleinen
- portieken
- Welke ontwerpoplossingen uit andere culturen zouden we toe kunnen passen om het woongenot te vergroten en uit te dagen tot emancipatie, culturele uitwisseling en sociale cohesie?
- Welke elementen worden universeel gewaardeerd? Hoe zijn deze elementen te vertalen naar toekomstgerichte oplossingen?
- Wat bepaalt de identiteit van een buurt? 2 ingangen:
- Vormentaal: tot welke vormentaal voelen nieuwe generaties Amsterdammers met niet westerse voorouders zich aangetrokken?
- Functie: zorg ervoor dat het programma aansluit bij de wensen van de nieuwe generaties stadsbewoners.
De uitdaging: intensiveren en ontwikkelen van historische identiteit
CONCEPT0031 wil duurzaamheid brengen in dit gebied met maatschappelijke, sociale, culturele en architectonische problemen door het intensiveren en ontwikkelen van de historische identiteit. Zij doen dit door de wijk samen met de bewoners te vernieuwen.
(1) Onderzoek
Onderzoeksmethodes:
- Keukentafelgesprekken: gesprekken in informele setting.
- speculatieve kaart: brengt moskeeën en randmaatschappelijke functies in beeld. Deze gaan vaak samen in perifere zones als Overtoomse Veld.
- Observeren en suggereren: gebruik van buurt lezen door goed te kijken wat er echt gebeurt op straat en in de gebouwen.
- Allianties smeden tussen verschillende eilanden in de wijk: scholen en ondernemers, jong en oud.
Constateringen, observaties en fenomenen waar de architect op inspeelt:
- Er is in de buurt teveel nadruk op functiescheiding.
- Het stadsdeel komt cultureel ideologische infastructuur tekort.
- Er is sprake van twee werelden: binnen de ring en buiten de ring.
- Distributieplanologisch onderzoek (DPO) raakt de kleine ondernemer.
- De creatieve sector wint terrein in de buurt.
- Calimero-effect (binnen en buiten de ring): betrokkenheid bij openbare ruimte is buiten de ring minder dan binnen de ring. Verschillen nemen toe.
- De grenzen van het gebied zijn keihard (metro, A10, Lelylaan).
- De vele speelplaatsen worden minimaal gebruikt. Kinderen kiezen zelf andere plekken om te spelen/verblijven (zoals goals op dode gevels).
- Behoeftes: schuilmoskeeën (ad hoc in woningen), schuilhuizen (huisjesmelkers), illimarkt (illegale verkoop), garages, koffiehuizen,
Themawinkels (aanbod begint bij achtergrond oprichter en wordt door de jaren heen diverser).
- Dalton–effect: het toe-eigenen van plekken door bepaalde groepen. Voor grote gezinnen in kleine woningen is de straat het verlengde van de woonkamer.
- Ontwerp
Vertrekpunt voor de ontwerpstudie is voor CONCEPT0031 de transformatie van een monoculturele, via een multiculturele naar een pluriculturele samenleving. De architect ziet twee mogelijke scenario’s:
- een monoculturele invulling: Slotervaart zet in op het versterken van de Marokkaanse identiteit met Marokkaanse architectuur, een cultureel centrum voor Islamitische kunsten een bijzondere moskee en een bazar. Het stadsdeel wordt in dit scenario dè plek in Nederland voor de beleving van de Marokkaanse cultuur. Per metro reis je van het Surinaamse kwartier (Zuidoost), via het Marokkaanse kwartier (Slotervaart) naar het Turkse kwartier(Bos & Lommer).
- een pluriculturele invulling: deze variant kiest niet voor cosmetische injecties, maar voor stedenbouwkundige injecties die de wijk de mogelijkheid geven te transformeren naar een pluriculturele samenleving. De ontwerpstudie werkt de pluriculturele variant verder uit.
Concept 0031 maakt geen monocultureel eiland zoals le Medi in R’dam of de Oriёnt in Den Haag. De architect vindt dat in dit soort projecten ten onrechte wordt geёxotiseerd en gepolariseerd waardoor een valse identiteit wordt ontwikkeld.
In plaats daarvan zet hij in op een wijkcampus als kasbah nieuwe stijl met een grote diversiteit in bevolkingsopbouw, woningtypes, culturele voorzieningen op wijk-, blok-, en veel vrijheid/ruimte voor bewoners die door willen groeien.
Het pluriculturele karakter krijgt vorm door ruimte te geven aan allerlei fenomenen die je al ziet in de ongeplande stad. Het geeft mensen van uiteenlopende welvaartsniveaus de ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en groei binnen de wijk. In feite transformeert de wijk mee met de bewoners.
De architect wil niet ontwerpen door te denken vanuit een plaatje en de kavel, maar door te kiezen voor een contextueel ontwerp dat vertrekt vanuit de sociaal maatschappelijke mogelijkheden.
Ingrediënten:
- behoud van twee flats: voor behoud van de flats is gekozen omdat het voorstel ook als model beschouwd kan worden voor de transformatie van andere delen van de Westelijke Tuinsteden naar pluriculturele wijken en op deze schaal volledige sloop-nieuwbouw volgens de architect niet wenselijk is.
- Strategische injecties: stimuleren coalities tussen functies en/of doelgroepen die nu nog strikt gescheiden zijn van elkaar. Denk aan: jongeren en ouderen, wonen en ondernemen, werken en leren, cultuur en sport. Een voorbeeld is het ‘ecoduct’ over de Cornelis Lelylaan dat:
(1) de verschillende losse eilandjes verbindt (wonen, onderwijs) en zo een impuls geeft aan de pluriformiteit, die de wijk al bezit maar die nog te weinig zichtbaar is;
(2) aansluit op de bestaande flats en zo dode plinten voorkomt, en
(3) onder het groene park over de weg ruimte biedt voor nieuwe functies die bezoekers aantrekken.
- Ruimte voor zelfontplooiing en groei: de bewoners zelf vormen de motor van het plan. Uitgangspunt is samen met bewoners een wijk te bouwen. Het plan kent diverse zones die variëren in de mate van ontwikkel- en groeiruimte voor de bewoners. Het idee dat mensen zich verder moeten kunnen ontwikkelen resulteert in 4 woningtypologieën die variëren in de (ontwikkel)vrijheid:
- Een grid van 5×5 basiswoningen die voldoen aan de minimale eisen en die bewoners op locatie door de jaren heen zelf in de hoogte of opzij uit kunnen bouwen. De eenheid in materiaalgebruik zorgt voor samenhang.
- Stroken: een aantal vaste standaardschijven waartussen vrij in te vullen kavels waar vrijheid bestaat in materiaalkeuze en het aantal bouwlagen. Voor deze woningen komt een bordes dat via trapjes met de doorgaande straat is verbonden.
- Op de kop bevinden zich grondgebonden woningen die via de straat en toegang door de bestaande flat met de bestaande bebouwing zijn verbonden. De woningen zijn op verschillende manieren geschakeld.
- Solid: in de solid krijgt vrijheid vorm door een hoge mate van functiemenging. Er is veel aandacht voor buitenruimtes en groen, o.a. in de vorm van hangende tuinen.