Urbanism - Architecture - Pluricultural studies
PERSBERICHT
Rotterdam, 2 april 2009
De Moskee.
Politieke, architectonische en maatschappelijke transformaties
Samenstelling en redactie: Ergün Erkoçu en Cihan Buğdacı
Met bijdragen van Frits Bolkestein, Tariq Ramadan, Shervin Nekuee, Nebahat Avcioğlu, Willem Schinkel, Wilfried van Winden, Roemer van Toorn, Eric Roose, Azra Akšamija en Ole Bouman.
Fotografie: Christian van der Kooy en Dick Barendsen
Gebonden | Geïllustreerd (kleur) | 192 pagina’s | Formaat 22,5 cm x 22,5 cm
Nederlands editie | ISBN 978-90-5662-571-9 | € 29,90
Engelse editie | ISBN 978-90-5662-691-4 | € 35,00
Vormgeving: Studio Léon & Loes
Een onschuldig geloofsgebouw of hét bewijs van een ‘tsunami van islamisering’: iedereen in ons land heeft zo zijn eigen gedachten over de moskee. Vaak gaan die gedachten verder dan het bouwwerk alleen. Ze hangen samen met discussies over de al dan niet geslaagde integratie van moslims of de mogelijke gevaren van de islam. Zeker de laatste jaren zijn deze discussies nogal eens ten koste van de moskee als bouwwerk uitgevochten. De traditionele moskee met koepel en minaret fungeerde daarbij vaak als heet hangijzer.
PERSBERICHT
Rotterdam, 2 april 2009
De Moskee.
Politieke, architectonische en maatschappelijke transformaties
Samenstelling en redactie: Ergün Erkoçu en Cihan Buğdacı
Met bijdragen van Frits Bolkestein, Tariq Ramadan, Shervin Nekuee, Nebahat Avcioğlu, Willem Schinkel, Wilfried van Winden, Roemer van Toorn, Eric Roose, Azra Akšamija en Ole Bouman.
Fotografie: Christian van der Kooy en Dick Barendsen
Gebonden | Geïllustreerd (kleur) | 192 pagina’s | Formaat 22,5 cm x 22,5 cm
Nederlands editie | ISBN 978-90-5662-571-9 | € 29,90
Engelse editie | ISBN 978-90-5662-691-4 | € 35,00
Vormgeving: Studio Léon & Loes
Een onschuldig geloofsgebouw of hét bewijs van een ‘tsunami van islamisering’: iedereen in ons land heeft zo zijn eigen gedachten over de moskee. Vaak gaan die gedachten verder dan het bouwwerk alleen. Ze hangen samen met discussies over de al dan niet geslaagde integratie van moslims of de mogelijke gevaren van de islam. Zeker de laatste jaren zijn deze discussies nogal eens ten koste van de moskee als bouwwerk uitgevochten. De traditionele moskee met koepel en minaret fungeerde daarbij vaak als heet hangijzer.
Ergün Erkoçu maakte in 2003 naam als een van de bedenkers van het verrassende concept van de Poldermoskee. In De Moskee. presenteert hij met medeauteur Cihan Buğdacı een interdisciplinaire visie op de rol van de moskee in de Nederlandse samenleving. Ongeveer 800.000 moslims in Nederland hebben in totaal bijna vijfhonderd moskeeën tot hun beschikking. Waar moskeeën vanaf de jaren 70 werden ondergebracht in oude schoolgebouwen, fabrieken of kerken, worden er nu nieuwe moskeeën gebouwd die de islam letterlijk ‘zichtbaar’ maken in de samenleving.
Dit boek wil de discussie over de moskee verdiepen en nuanceren. Onder anderen politicus Frits Bolkestein, architect Wilfried van Winden, socioloog Willem Schinkel, theoloog/filosoof Tariq Ramadan, antropoloog Eric Roose en Ole Bouman (directeur Nederlands Architectuurinstituut) geven hun visie op de architectonische verschijning van dit voor Nederland nieuwe type gebouw en zetten uiteen welke sociaal-maatschappelijke invloeden dit heeft. Tegelijkertijd wordt uiteengezet welke effecten de moskee uitoefent op de maatschappij. Door middel van een visuele weergave van de algemene en historische kenmerken van de moskee (Mosguide), drie intrigerende beeldessays en een mix van politiek-maatschappelijk getinte essays en columns, bieden Erkoçu en Buğdacı in De Moskee. een herbezinning op de betekenis van de moskee in de West-Europese context. Actuele moskeeontwerpen tonen de maatschappelijke, functionele en architectonische rijkdom die deze herbezinning met zich mee kan brengen.
Deze publicatie kwam mede tot stand met steun van het Stimuleringsfonds voor Architectuur en het Fonds BKVB – Intendant Culturele Diversiteit.
Informaliteit speelt in de Haagse herstructureringswijk Transvaal een belangrijke rol, zowel in de private sfeer (gebruik van openbare ruimtes) als in de zakelijke sfeer (ondernemingen waarbij informele economie een belangrijke rol speelt, zoals in bakkerijen, belhuizen ed).
Informaliteit speelt in de Haagse herstructureringswijk Transvaal een belangrijke rol, zowel in de private sfeer (gebruik van openbare ruimtes) als in de zakelijke sfeer (ondernemingen waarbij informele economie een belangrijke rol speelt, zoals in bakkerijen, belhuizen ed).
Het onderzoek belicht de verschillende informele gebruiken in de Haagse wijk Transvaal. Door
de transformatie die de wijk nu ondergaat gaat ook een groot deel van de (waardevolle)
informele infrastructuur verloren. Welke veranderingen zijn te zien in een transformerende wijk als Transvaal? In welke mate wordt er rekening gehouden met met de huidige nieuwbouwplannen in Transvaal en in welke mate kan men leren van de oude situatie, gebruikmakend van de tussensituatie alvorens te komen tot een implementatie in de nieuwe plannen?
Alvorens tot een gegronde onderzoeksvraag te komen, dient eerst informeel gebruik van
ruimte gedefinieerd te worden. Dit vanuit kritisch perspectief. Wat is de nut en noodzaak van
het in kaart brengen van informele zaken? Wat is informele architectuur? Wat is informele
economie?
Transvaal is een wijk in transformatie waar veel kwaliteiten verdwijnen door herstructurering.
Transvaal kan gezien worden als een overgangszone tussen ‘thuislanden’ en de stad, waarbij langzaam een overgang wordt gemaakt van monocultuur, naar multicultuur naar pluricultuur
(Is Transvaal een katalysator in deze?). De focus ligt op de informele kanten van Transvaal.
Wat is hiervan zichtbaar in de openbare/publieke ruimte en hoe kunnen we dat meenemen in
de transformatie waar doorgaans iedere vierkante cm wordt bedacht/gepland?
Het specificeren van ‘wijkse’ fenomenen beweegt zich in het ‘ruitig’ spectrum van informeelillegaal
tot formeel-legaal. Hierin ontstaat een spanning tussen formeel, informeel, illegaal en legaal.
De informele economie komt niet tot uitdrukking in de officiële cijfers aangaande economische activiteiten (CBS etc). Voor het onderzoek wordt Transvaal in drie delen onderverdeeld. Noord – midden – zuid. Ieder deel maakt momenteel en andere fase door, waaruit waardevolle informatie gehaald kan worden. Deze 3 zones (reeds getransformeerd Transvaal, Transvaal in transformatie, en nog te transformeren Transvaal) laten een opvallend verschil zien tussen een formele kaart en de informele kaart, waarvan de laatste een grote rijkdom laat zien.
Bij het visualiseren van de formele en informele kaart van Transvaal zijn duidelijke verschillen te zien in het gebruik van het privé en openbaar domein. Ruimten die niet ontworpen, bedoeld en zelfs geacht zijn voor bepaalde doeleinde te gebruiken. Hier ontstaat de vruchtbare bodem van het informele; hier ontstaan de wortels van de burger met zijn plek (of dit nu positief of negatief is). Zo worden ruimtelijke fenomenen (schuilmoskee, belwinkels, verstop/schuilhuizen, ilimarkten, themawinkels, garages, koffiehuizen) en sociale fenomenen (straatcultuur, criminaliteit, sociale netwerken, informele communicatie) onderscheiden. Informeel gebruik is met name van belang voor de starter op de woning-of arbeidsmarkt, innovaties, ondernemers, socialisatie. Het heeft echter ook onveilige, onzekere en oncontroleerbare aspecten.
Voorbeelden van hoe met dit informele in planning wordt omgegaan:
1. Tblisië: 2 meter voor de gevel vrij voor uitbouw,
2. Marseille: illi-markets, welke ook weer andere bedrijvigheid (informeel en formeel) genereren
3. Havanna: illegale schoteldistributie (& loterij)
Tevens zal het onderzoek ingegaan op de huidige plannen, culturele diversiteit, city-vorming
en de pluriculturele samenleving in een kunstmatige multiculturele wijk.