Urbanism - Architecture - Pluricultural studies
Ergün Erkoçu (1980, Den Haag, Nederland) is architect en creatief directeur van concept0031. Meer informatie via http://www.linkedin.com/in/erkocu
Op de rand van de Haagse binnenstad, in het voormalig bekendste homo-uitgaansgelegenheid De Strass, is een nieuw restaurant-club combinatie ontwikkeld. Vooruitstrevend in de huidige pluriculturele samenleving en uitblinker in moderne technische geluids- en brandweereisen.
Midden in een woonwijk, aan de rand van het Haagse centrum is in een voormalig dansgelegenheid, is opnieuw een speciaal horeca initiatief gestart. De uitdaging in dit project zit ‘m op een aantal vlakken.
Op de rand van de Haagse binnenstad, in het voormalig bekendste homo-uitgaansgelegenheid De Strass, is een nieuw restaurant-club combinatie ontwikkeld. Vooruitstrevend in de huidige pluriculturele samenleving en uitblinker in moderne technische geluids- en brandweereisen.
Midden in een woonwijk, aan de rand van het Haagse centrum is in een voormalig dansgelegenheid, is opnieuw een speciaal horeca initiatief gestart. De uitdaging in dit project zit ‘m op een aantal vlakken.
Bestaand pand:
Het initiatief zal zich plaatsen in bestaand pand. Omdat het pand ‘beschermt Stadsgezicht’ is, kan er niets gedaan worden aan de buitenkant van het pand, daarbij dateert het pand uit de beginperiode van de 20e eeuw. Het pand dient getransformeerd te worden naar de huidige eisen die worden gesteld.
Voormalig homo-club, toekomstig open-minded club:
De eisen van de huidige pluriculturele samenleving worden steeds complexer. De opdrachtgever heeft i.s.m. het creatieve team besloten dat het een plek moet worden dat voldoet aan deze eisen. Geen uitsluiting dus ongeacht geaardheid, etniciteit, kleur en/of cultuur. Ontmoeting is hierbij het uitgangspunt.
Midden in de woonwijk:
Een van de grootste uitdagingen van het project is dat het voldoet aan alle geluidseisen die worden gesteld. De club, dat midden in de woonwijk staat, mag absoluut geen geluidsoverlast veroorzaken. I.s.m. de geluidsadviseur zijn bijzondere technieken gekozen waardoor de trillingen die worden veroorzaakt door muziek niet zullen zorgen voor overlast buiten het pand.
Resultaat;
Een restaurant en een club, open-minded en vooruitstrevend:
Restaurant Thirty-Seven is een chique, simpele en eigentijdse locatie voor een bijzondere lunch of een uitgebreid diner. Als lounge biedt Thirty-Seven een rustige omgeving om te ontspannen, bij te praten of zaken te doen. Restaurant Thirty-Seven is gesitueerd in het centrum van Den Haag, is 7 dagen per week geopend en heeft gratis wifi.
Club-Lounge Thirty-Seven trekt een publiek dat zich durft te onderscheiden, open minded is en net dat beetje extra waardeert. Vier nachten per week is Club Thirty-Seven de perfecte locatie voor mensen die stijlvol willen ontspannen. Een selectie van DJ’s en live muzikanten presenteren een perfecte mix van klassieke dance tracks, huidige club favorieten, soul, funk en soms wat jazz. Met zijn exclusieve setting, de bijzondere cocktails en een wisselende line-up van DJ’s voorziet Thirty-Seven het Haagse nachtleven van een spannende nieuwe locatie.
Transvaal is een vooroorlogse, Haagse wijk in transformatie. Met het proces van gemeentelijk gestimuleerde gentrification, welke grotendeels wordt uitgevoerd door woningbouwcorporatie Staedion, worden van zeseneenhalfduizend woningen drieduizend sociale huurwoningen gesloopt en zestienhonderd voornamelijk eengezinswoningen gebouwd, waarvan het grootste deel in de koopsector. Op politiek niveau wordt Transvaal, een multi-etnische wijk, als ‘probleemwijk’ beschouwd met lage inkomens, hoge werkloosheid en maatschappelijke problemen.
Transvaal is een vooroorlogse, Haagse wijk in transformatie. Met het proces van gemeentelijk gestimuleerde gentrification, welke grotendeels wordt uitgevoerd door woningbouwcorporatie Staedion, worden van zeseneenhalfduizend woningen drieduizend sociale huurwoningen gesloopt en zestienhonderd voornamelijk eengezinswoningen gebouwd, waarvan het grootste deel in de koopsector. Op politiek niveau wordt Transvaal, een multi-etnische wijk, als ‘probleemwijk’ beschouwd met lage inkomens, hoge werkloosheid en maatschappelijke problemen.
Sinds het proces van sloop en nieuwbouw in de wijk, is de zogeheten creatieve sector in de wijk gegroeid. Bij de gemeente Den Haag wordt nagedacht hoe deze impuls ook in het ‘nieuwe’ plan voor de wijk te behouden is. Naast de fysieke en maatschappelijk-sociale plannen is ook een cultureel plan nodig voor een geslaagde transformatie. Mede daarom is vanuit de gemeente Den Haag aan een groep kunstenaars en architecten die al vaker hun blik hebben gericht op de transformatie van Transvaal, de vraag gesteld in kaart te brengen welke culturele behoeftes leven in de wijk, om zo te komen tot een idee over een mogelijke invulling van een vrijkomend gebouw in de wijk, de Comeniusschool. De Comenius is een bouwwerk dat momenteel dienst doet als een Christelijke basisschool. Deze functie zal met de ingebruikname van de nieuwe Comeniusschool aan de Colensostraat (waarschijnlijk per augustus 2009) komen te vervallen.Uitgangspunt is dat een dergelijke voorziening een wijkoverstijgend karakter moet hebben, zonder de band met bewoners en instellingen uit de wijk te verliezen, en dat het ‘tweerichtingsverkeer’ tussen de zogenaamde ‘hoge’ en ‘lage’ kunsten bevordert. Voor een kunstvoorziening op dergelijk niveau achtten onderzoekers het van belang om in een vroeg stadium naast de behoeften in een wijk, ook de potentie van de wijk en gebouw en de voorwaarden voor het organiseren en functioneren van een dergelijke voorziening in kaart te brengen. Daarom is uitgegaan van 3 onderzoeksrichtingen: sociaal/cultureel, fysiek en referentiëel.
Welke culterele behoeftes leven er in de wijk? Welke culturele bestemming kan voeding geven aan de kunst en cultuur behoeftes in de wijk? Leent het gebouw zich voor een dergelijke herbestemming? Hoe kan de publieke uitstraling en het publieke functioneren van het gebouw versterkt worden? Op welke manier functioneren andere culturele initiatieven? Voor de beantwoording van deze vragen zijn geen grootschalige enquetes gehouden daar respondenten geen antwoorden kunnen verzinnen welke buiten hun refenrentiekader liggen, terwijl misschien juist daar sluimerende behoeftes en potenties verscholen liggen. Wel zijn uiteenlopende organisaties op informele wijze bezocht en gesproken, waaruit onder andere de observaties van Atelier Veldwerk zijn ontstaan. Samen met de beschouwing van Studio Iris Schutten naar het functioneren van wijkoverstijgende culturele en kunstzinnige intiatieven op meer grote schaal en de blik van Concept 0031 op de stedenbouwkundige ontwikkelingen in de wijk, is een visie gegroeid ten aanzien van een nieuwe, culturele bestemming voor het gebouw: Cc: transvaal, een culturele connector en cultureel handelshuis tegelijkertijd. Een nieuw publiek domein dat het cultueel potentieel van de wijk aanboort, ontsluit en verrijkt. De potentie van de wijk komt daarmee boven water en krijgt de kans verbindingen aan te gaan met anderen binnen en buiten de wijk. De wijk krijgt hiermee een culturele voorziening waamee het zich van binnenuit kan emanciperen èn profileren en en tegelijkertijd zijn eigen invulling uit kan vinden.
De aanbevelingen t.a.v. een culturele herbestemming van het gebouw van Comeniusschool uiten zich niet in een vastomlijnd programma van eisen met ingevulde vierkante meters. Indien het doel is kunst en cultuur in Transvaal te versterken en een handvat te geven waarmee het zich kan identifceren, profileren en emanciperen – een doel waarmee de huidige herstructurering van Transvaal gebaat zou zijn – dient gewerkt te worden met een meer open planningsmethodiek.
Een planningsmethodiek die inzet op zowel het faciliteren en versterken van een cultureel netwerk in Transvaal en ver daarbuiten, als op het ontwikkelen van het meest gepaste programma van eisen. Door het werken middels ‘ontwikkelend beheer’ en het laten ‘evolueren van vorm en functie’ wordt draagvlak in de wijk (en daarbuiten) vanzelfsprekend. Een methodiek die zich reeds bij diverse andere culturele herbestemmingen op succesvolle wijze bewezen heeft en die aansluiting vindt bij stromingen binnen het actuele stedenbouwkundig, architectonisch en cultureel discour.
Het advies heeft daardoor evenveel betekenis voor de wijk Transvaal als voor kunst & cultuur op stedelijk èn (inter-) nationaal niveau.
Informaliteit speelt in de Haagse herstructureringswijk Transvaal een belangrijke rol, zowel in de private sfeer (gebruik van openbare ruimtes) als in de zakelijke sfeer (ondernemingen waarbij informele economie een belangrijke rol speelt, zoals in bakkerijen, belhuizen ed).
Informaliteit speelt in de Haagse herstructureringswijk Transvaal een belangrijke rol, zowel in de private sfeer (gebruik van openbare ruimtes) als in de zakelijke sfeer (ondernemingen waarbij informele economie een belangrijke rol speelt, zoals in bakkerijen, belhuizen ed).
Het onderzoek belicht de verschillende informele gebruiken in de Haagse wijk Transvaal. Door
de transformatie die de wijk nu ondergaat gaat ook een groot deel van de (waardevolle)
informele infrastructuur verloren. Welke veranderingen zijn te zien in een transformerende wijk als Transvaal? In welke mate wordt er rekening gehouden met met de huidige nieuwbouwplannen in Transvaal en in welke mate kan men leren van de oude situatie, gebruikmakend van de tussensituatie alvorens te komen tot een implementatie in de nieuwe plannen?
Alvorens tot een gegronde onderzoeksvraag te komen, dient eerst informeel gebruik van
ruimte gedefinieerd te worden. Dit vanuit kritisch perspectief. Wat is de nut en noodzaak van
het in kaart brengen van informele zaken? Wat is informele architectuur? Wat is informele
economie?
Transvaal is een wijk in transformatie waar veel kwaliteiten verdwijnen door herstructurering.
Transvaal kan gezien worden als een overgangszone tussen ‘thuislanden’ en de stad, waarbij langzaam een overgang wordt gemaakt van monocultuur, naar multicultuur naar pluricultuur
(Is Transvaal een katalysator in deze?). De focus ligt op de informele kanten van Transvaal.
Wat is hiervan zichtbaar in de openbare/publieke ruimte en hoe kunnen we dat meenemen in
de transformatie waar doorgaans iedere vierkante cm wordt bedacht/gepland?
Het specificeren van ‘wijkse’ fenomenen beweegt zich in het ‘ruitig’ spectrum van informeelillegaal
tot formeel-legaal. Hierin ontstaat een spanning tussen formeel, informeel, illegaal en legaal.
De informele economie komt niet tot uitdrukking in de officiële cijfers aangaande economische activiteiten (CBS etc). Voor het onderzoek wordt Transvaal in drie delen onderverdeeld. Noord – midden – zuid. Ieder deel maakt momenteel en andere fase door, waaruit waardevolle informatie gehaald kan worden. Deze 3 zones (reeds getransformeerd Transvaal, Transvaal in transformatie, en nog te transformeren Transvaal) laten een opvallend verschil zien tussen een formele kaart en de informele kaart, waarvan de laatste een grote rijkdom laat zien.
Bij het visualiseren van de formele en informele kaart van Transvaal zijn duidelijke verschillen te zien in het gebruik van het privé en openbaar domein. Ruimten die niet ontworpen, bedoeld en zelfs geacht zijn voor bepaalde doeleinde te gebruiken. Hier ontstaat de vruchtbare bodem van het informele; hier ontstaan de wortels van de burger met zijn plek (of dit nu positief of negatief is). Zo worden ruimtelijke fenomenen (schuilmoskee, belwinkels, verstop/schuilhuizen, ilimarkten, themawinkels, garages, koffiehuizen) en sociale fenomenen (straatcultuur, criminaliteit, sociale netwerken, informele communicatie) onderscheiden. Informeel gebruik is met name van belang voor de starter op de woning-of arbeidsmarkt, innovaties, ondernemers, socialisatie. Het heeft echter ook onveilige, onzekere en oncontroleerbare aspecten.
Voorbeelden van hoe met dit informele in planning wordt omgegaan:
1. Tblisië: 2 meter voor de gevel vrij voor uitbouw,
2. Marseille: illi-markets, welke ook weer andere bedrijvigheid (informeel en formeel) genereren
3. Havanna: illegale schoteldistributie (& loterij)
Tevens zal het onderzoek ingegaan op de huidige plannen, culturele diversiteit, city-vorming
en de pluriculturele samenleving in een kunstmatige multiculturele wijk.
De kracht van het ontwerp komt uit de beperkingen die het programma en het budget opleggen. Dit zorgt ervoor dat niet het hele hebben en houden in het ontwerp wordt gegooid met overdaad aan ideeën en zonder onderlinge samenhang. Het TCC lijdt niet aan dit euvel. De uitgangspunten zijn spaarzaam, zitten elkaar niet in de weg en komen daardoor allen tot hun recht.
De kracht van het ontwerp komt uit de beperkingen die het programma en het budget opleggen. Dit zorgt ervoor dat niet het hele hebben en houden in het ontwerp wordt gegooid met overdaad aan ideeën en zonder onderlinge samenhang. Het TCC lijdt niet aan dit euvel. De uitgangspunten zijn spaarzaam, zitten elkaar niet in de weg en komen daardoor allen tot hun recht.
Locatie
De locatie van het nieuwe TCC is het voormalige bowlingcentrum liggend aan de Kennedylaan in Doetinchem. De Kennedylaan is onderdeel van de stedelijke hoofdontsluiting. Het plangebied ligt ingeklemd tussen bestaande kruisingen met de Ds. Van Dijkweg en Rozengaardseweg.
Het appartementencomplex Atrium, op de hoek van de Kennedylaan en Rozengaardseweg, is recent gebouwd. Het gebouw telt 5 bouwlagen en een kap en domineert de omgeving. De westgevel is grotendeels van glas. Bewoners kijken uit over de TCC locatie (het voelt als hun voortuin).
De moskee
In de tijdgeest van de 21ste eeuw vraagt de architectuur van een moskee een modern en dynamisch ontwerp. Belangrijke elementen zijn niet alleen de gebruikers, maar tevens stedelijke context waarbinnen het gebouw wordt geplaatst. Tevens is het gebouw toereikend voor jong en oud, eerste en latere generaties, Turks, Islamitisch en Nederlands.
Het project voorziet in een ideale relatie tussen maatschappelijke ideeën, programmatische eisen, functionaliteit en visuele expressie. Dit maakt het vervolgens mogelijk dat de functie van de moskee optimaal benut zal worden.
Daawa, een uitnodiging
Centraal in de islam is het principe van Daawa, de uitnodiging tot Islam. Dit project heeft dit principe geadopteerd. Zo voorziet het innovatieve architectonische ontwerp voor openheid en toegankelijkheid. Bezoekers worden zo uitgenodigd tot het gebouw. Het hoogtepunt van deze Daawa uit zich in de entree van het gebouw (twee entrees). Deze publieke tussenzone, tussen het sacrale van de bidruimte en de buitenwereld, heeft als doel tot interactie tussen moslims en niet-moslims, debat en het promoten van een groter begrip tussen ideologie, geloof en humaniteit.
De verschillende (en soms overlappende) functies die zich bevinden in de moskee hebben geleid tot multifunctionele en aanpasbare ruimten die, afhankelijk van de functie, tegelijkertijd zorgen voor natuurlijk integrerende interactie tussen haar gebruikers. Buiten deze functies vangt het ook de fluctuaties van bezoekers en gebruik op. Zo kunnen ruimten aangepast worden tijdens top dagen, zodat er extra gebedsplekken worden gecreëerd, maar kunnen er ook conferenties, feesten, colleges of lezingen gehouden worden.
De moskee heeft als doel de binding van jong en oud, de Doetinchemers, te stimuleren en versterken.
Islamitische herkenbaarheid
Om het ontwerp van de moskee te kunnen omschrijven en voor haar gebruikers herkenbaar en vertrouwd te laten zijn, is de integratie van islamitische architectuur een belangrijk element. Kenmerkend aan de islamitische architectuur is de integratie van cultuur en context. In dit geval de Turks Nederlandse cultuur in een Doetinchemse context. Belangrijke elementen die een plek hebben gevonden in het ontwerp zijn water, licht, geluid, kalligrafie en materialisering.
Het TCC is vertegenwoordigd door een eigen volume. Samen vormen de verschillende vlakken (materialen) een afgewogen geheel. We hebben ons tot doel gesteld een specifiek gebouw te maken dat net als haar gebruikers sober en eerlijk is. Deze overwegingen hebben geleid tot een uit beton, hout, glas en baksteen vervaardigde cultureel centrum.
In het interieur is een hoge mate van ambachtelijkheid nagestreefd. In de afwerking van de binnenwanden, maar ook in de vloer en plafond komt dit tot uiting.
Ondanks de helderheid en soberheid van het ontwerp is het niet helemaal gevrijwaard van symboliek en ornament. Op verschillende plekken komt dit terug in materialisering. Eveneens zijn de abstracte minaret en de koepels daar voorbeelden van. Tevens is er kaligrafie in de buitengevels opgenomen en wordt beton voorzien van subtiele verwijzingen, wat ook terug komt in de metseltechnieken.
Gebedsruimte
Deze gebedsruimte wordt gecombineerd met een reinigingsruimte voor het wassingritueel. Tevens is de gebedsruimte zodanig toegankelijk dat er veelvoorkomende irritaties bij het uitdoen en opbergen van schoenen worden voorkomen. Zo is er de schone gang met meerdere toegangen tot de gebedsruimte, wat zorgt voor een ideale toegankelijkheid. Het oproep tot gebed zal levensecht ervaren worden door de gecreëerde atmosfeer in de gebedsruimte. Tegelijkertijd zal deze oproep worden vertaald in lichtdiagrammen en naar buiten worden gezonden middels de minaret. Het dak is voorzien van zes koepels waardoor op elke plek in de ruimte de ervaring op hemelse wijze wordt ervaren, is wordt tevens geaccentueerd door de hoogte van de ruimte. De constructie van de T-plaat vloeren accentueert de oud-islamitische raster patronen en verwijst naar de traditionele ruimtelijke constructies die in de traditionele moskeeën, zoals de Aya Sofia (Istanbul, TR), ruimtelijk en beeldbepalend zijn. De bidrichting wordt geaccentueerd door scherpe lichtinvallende lijnen richting Mekka die door ronde glazenbouwstenen in de mihrab zijn opgenomen.
De ruime trap die toegang biedt aan de bovengelegen verdiepingen, waaronder de gebedsruimte, doet dienst als verkeers- zowel zitmeubel. De trap biedt mogelijkheden om in het midden de schoenen uit of aan te doen. Dit alles zal de verkeer toestroom in goede orde leiden.
Er is gekozen in dit ontwerp om het reine en onreine van elkaar te scheiden. Hierdoor is o.a. de toilet gescheiden van de wasruimten. De schoenenkasten zijn opgenomen in de toegangswand tot de gebedsruimte. Hierdoor zijn de schoenen altijd overzichtelijk en ordelijk terug te vinden.
‘Turku odasi’
Deze ‘pre-pray’ en/of ‘after-pray’ ruimte is de ruimte voor ontmoeting, ontspanning en/of verdieping. Deze ruimte is zodanig multifunctioneel dat deze tevens fungeert als bibliotheek en Internetruimte. Jong en oud ontmoeten elkaar hier en zorgen voor de nodige levendigheid buiten de gebedstijden om.
Hier kan men (inter-) nationaal nieuws lezen via internetzuilen of kranten, digitaal preken naluisteren, maar ook samenkomen met familie, vrienden of visite. Vanuit deze ruimte is er tevens zicht op de foyer, cultifunctiezaal en de Kennedylaan.
Cultifunctiezaal
Deze multifunctionele zaal is een combinatie van een conferentiezaal, vergaderruimte en feestruimte. Naar gelang de wens van gebruik kan de ruimte worden getransformeerd in twee ruimten.
Het gebouw bezit tevens verhuurbare ruimten voor bijvoorbeeld een kapper of kleine winkel voor dagelijkse behoeften.
Duurzaamheid
Wat deze moskee eveneens uniek maakt zijn, in lijn met de Islamitische leer, de milieubewuste ontwerp keuzes en duurzaam materiaal gebruik die tevens onderhoudsvriendelijk zijn.
Park(eren)
Het terrein van het TCC heeft een in- en uitrit aan de Kennedylaan. Het terrein heeft tevens 62 parkeerplaatsen (400 – peil) voor de bezoekers van het gebouw. Deze parkeerplaatsen zijn zodanig opgenomen in het park dat de openstaande parkeerplaatsen in het groen wegvallen, dit door gebruik te maken van doorgroei bestrating en markeringen. Er is tevens een speelplek in het park(eren) opgenomen waar jong en oud, bezoekers van het TCC en omwonenden, gebruik van kunnen maken. Tevens is het gebouw (peil = 0) zo geplaatst in het park, dat het naastliggende Atrium wordt gescheiden door een ruime groenstrook met bomen, planten en bloemen. Het gebouw wordt omkaderd door een ruime veranda die tevens als toegangspad fungeert.
De Imambungalow
Deze woning, bestemd voor de imam en de gasten, opent zich naar het park (en gebouw) toe. De woning wordt verbonden door middel van een ruime waterbassin. Het water tussen de bungalow en het TCC vormt een verbindingsbuffer en zorgt ervoor dat er een ontspannende/dempende binding ontstaat met de drukke verkeersweg gelegen aan de kennedylaan. Het park maakt door deze watervoorziening deel uit van het geheel. Er is door deze gehele stedenbouwkundige indeling van het terrein een extra entree/toegang ontstaan aan het achterpad dat grenst aan de imamwoning.
Onderzoek- en ontwerpproject in Marseille, Frankrijk ’s meest zuidelijke havenstad en link met Afrika. Marseille is een wereldstad en in vele opzichten vergelijkbaar met een stad als Rotterdam. Een havenstad, port tot Europa, een pluriculturele stad, een arbeidersstad waar formeel, informeel, creativiteit, vakmanschap en economie fuseren in een bruisende stad. Tegelijkertijd heeft Marseille te maken met alle fenomenen waarmee een grensstad te maken heeft.
Onderzoek- en ontwerpproject in Marseille, Frankrijk ’s meest zuidelijke havenstad en link met Afrika. Marseille is een wereldstad en in vele opzichten vergelijkbaar met een stad als Rotterdam. Een havenstad, port tot Europa, een pluriculturele stad, een arbeidersstad waar formeel, informeel, creativiteit, vakmanschap en economie fuseren in een bruisende stad. Tegelijkertijd heeft Marseille te maken met alle fenomenen waarmee een grensstad te maken heeft.
PORTRESS#13 is het resultaat van vier maanden onderzoek en vervolgens 4 maanden uitwerking. Het onderzoek richt zich tot de positie en daarbij horende fenomenen van de immigrant in de stad.
Het onderzoek richt zich op de sociaal maatschappelijke positie van de immigrant. “Geen goed tegenover kwaad zetten, maar kritiek vanuit de positie die de pineut is”. Om uiteindelijk tot een ontwerp te komen (fysieke verschijningsvorm); hierbij zijn een aantal factoren voor mij van belang (ontwerpideologie). Het ontwerp (de vorm) is altijd een resultante van de context (locatie d.m.v. mapping en situatief, waarbinnen de ideologie, politiek en economie een belangrijke rol spelen) en functie (waarbinnen functioneren en techniek bepalende factoren zijn).
In de onderzoeksfase analyseerde en ‘mapte’ ik deze kleurrijke immigrantenstad in een deel van haar informele economisch, sociaal en religieus programma namelijk: phoneshops, straatmarkten, illegale gebedshuizen en schuilhotelletjes.
Geconcludeerd kan worden dat de immigrant* als fenomeen zeer waardevol is voor de stad.
Wat als het fenomeen FORT EU zich verder ontwikkeld en zich ook verder afsluit voor ‘vreemde’ invloeden, als immigranten uit het Oosten en Afrika?
Middels PORTESS#13 gebruiken wij architectonische middelen om maatschappelijke ontwikkelingen aan de kaak te stellen. Met het beeld van een enorm ‘booreiland’ in de donkere oceaan willen wij de Europese omgang met immigranten bediscussiëren, reacties ontlokken en een spiegel voorhouden.
Dit is het ontstaan van Portress#13; een cynische en angstaanjagende ontwikkeling van de ingeslagen Europese weg?!
Als ontwerp strategie werd voor de improvisatie en confrontatie gekozen waardoor het eindbeeld een collage werd van ruimtelijke beelden en details ‘gesampeld’ uit de pluriculturele diversiteit van de stad.
Tesameheid in Autonië (door Bureau Venhuizen, Hans Venhuizen)
Bij het in kaart brengen van de kwaliteiten van de wijk Transvaal viel mij onmiddellijk de begin twintigste-eeuwse thematisering van de naamgeving van de wijk en de straten op. Toen de wijk werd gebouwd waren de Boerenoorlogen in Zuid-Afrika net achter de rug. De Boeren waren nazaten van de Nederlanders en hun heldhaftige strijd tegen de Engelse onderdrukker werd op veel plaatsen in Nederland geëerd. Zo ook in de Haagse wijk die de naam Transvaal meekreeg en waar de straten geografische en ook historische verwijzingen naar dat deel van de wereld kregen. Een hele reeks straten werd naar de ‘heldhaftige’ Boerenstrijders vernoemd. Dezelfde Boeren stonden later aan de basis van de Apartheid.
Tesameheid in Autonië (door Bureau Venhuizen, Hans Venhuizen)
Bij het in kaart brengen van de kwaliteiten van de wijk Transvaal viel mij onmiddellijk de begin twintigste-eeuwse thematisering van de naamgeving van de wijk en de straten op. Toen de wijk werd gebouwd waren de Boerenoorlogen in Zuid-Afrika net achter de rug. De Boeren waren nazaten van de Nederlanders en hun heldhaftige strijd tegen de Engelse onderdrukker werd op veel plaatsen in Nederland geëerd. Zo ook in de Haagse wijk die de naam Transvaal meekreeg en waar de straten geografische en ook historische verwijzingen naar dat deel van de wereld kregen. Een hele reeks straten werd naar de ‘heldhaftige’ Boerenstrijders vernoemd. Dezelfde Boeren stonden later aan de basis van de Apartheid.
Apartheid is inmiddels afgeschaft maar in Transvaal heeft nog geen naamzuivering plaatsgevonden. Er is een nieuw gemaakt pleintje vernoemd naar een anti-Apartheidstrijdster en het voormalige Boerenplein heet inmiddels Nelson Mandelaplein, maar verder zijn de grondleggers van de Apartheid nog overal present, en dat is ook goed zo. De identiteit van een plek kan immers onmogelijk alleen ‘leuk’ zijn, maar bevat per definitie ook ‘niet-leuke’ kantjes.
Toen de wijk werd gebouwd waren haar bewoners nog een perfecte afspiegeling van de blanke broeders in Zuid-Afrika. In de laatste dertig jaar is de wijk echter steeds meer pluricultureel geworden. In een verkoopbrochure van de herstructurering van de wijk roemt woningbouwvereniging Staedion de Transvaalse diversiteit, maar kwalificeert deze tegelijkertijd ook als eenzijdig – ongewenst eenzijdig zelfs. Met het verbeteren van de woningen in Transvaal gaat Staedion de diversiteit nóg diverser maken. Het gaat hierbij niet zozeer om de culturele diversiteit maar eerder om inkomensdiversiteit. Een flink deel van het woningarsenaal gaat een nieuw leven in een hogere prijsklasse tegemoet. Zo wordt de als ongewenst en negatief ervaren eenzijdigheid bestreden. In de wijk van de grondleggers van de Apartheid geldt dan de wet van de inkomens anti-Apartheid, van een gewenste en bijna fanatiek nagestreefde menging die ik hier in de geest van de Boeren ‘Tesameheid’ zou willen dopen. Verboden te scheiden is nu de regel, en mengen is goed.
Maar ontscheiden is nog niet hetzelfde als verbinden. Zijn er gemene delers te vinden voor deze dubbele diversiteit, vroeg ik me af, nu die in religie en cultuur niet zo snel te vinden zijn. Er is een fenomeen waarvan de verbindende potentie in mijn ogen stelselmatig over het hoofd wordt gezien, ook in Transvaal, dat is namelijk de auto. De auto is een absolute culturele gemene deler. Als het over auto’s gaat komt iedereen uit Autonië. Dat wordt ons met de paplepel ingegeven. Die betekenis staat in schril contrast met de belabberde behandeling die de auto in ons stedelijk gebied doorgaans krijgt. De auto wordt daarin enkel als transportmiddel gezien, dat je noodzakelijkerwijs een plaats moet geven in de stad door het verkeer en het parkeren goed te regelen. Maar als cultureel fenomeen wordt de auto nauwelijks erkend.
Ondanks het feit dat er bijna geen activiteit is die meer beperkingen kent –
• je moet 18 zijn,
• een rijbewijs hebben,
• een auto die verzekerd is,
• waarvoor belasting betaald is,
• die is gekeurd en iedere meter die je rijdt is maximaal gereglementeerd
speelt de auto het klaar om het ultieme symbool van vrijheid en status te zijn. De auto is niet alleen vervoermiddel, maar ook trots bezit, een verlengstuk van je identiteit. Door alle culturen en inkomensklassen heen. De stad heeft echter geen respect voor dit belangrijke aspect van de auto, en voor de handelingen rondom de auto: tanken, wassen en sleutelen worden bewust gescheiden ondergebracht op vaak onaantrekkelijke plaatsen op onooglijke bedrijfsterreinen waar goed flaneren met de auto uitgesloten is.
Autonië is de titel van een voorstel om in Transvaal een bijzondere plek voor de auto in te richten. Wellicht kan door de auto een rafelrand van de wijk als een gouden randje reïncarneren, tot een plek waar we de auto niet meer plagen maar omhelzen. Een plek om te wassen, tanken en verzorgen. Om te sleutelen te showen en te flaneren. Een plek om te tunen, te pimpen en te spoilen. Een plek waar je een brug, het gereedschap en de kennis krijgt om zelf te sleutelen. Een plek met aanbiedingen voor de laatste modellen terugdraaiende velgen en de juiste specialisten voor het afstellen van de BOEMBOEM. Een plek waar je een tweedehands auto kunt vinden die gegarandeerd van een oud omaatje is geweest. Een plek waar de auto niet gemangeld, beteugeld en gepest wordt, maar een trotsplek voor de auto, een Haags Autonië voor de ultieme Transvaalse Tesameheid.
Tijdens de presentatie van Autonië op 18 november 2007 bij OpTrek, werd de pluriculturele verbindingspotentie van de auto alom erkend, en werd het concept Autonië door de aanwezigen toegejuicht. De discussie spitste zich toe op de planbaarheid van het concept: is Autonië als plek te ontwerpen of kan het zich ook in de loop van de tijd mobiel ontwikkelen?
In Transvaal kan Autonië zich vestigen aan de tramlijn 11 op het bedrijventerrein aan de Uitenhagestraat, dat dringend een ‘update’ kan gebruiken. De gebouwen aan de tramkant worden vervangen door het Autonië-gebouw: een glazen gebouw met een golvend en berijdbaar dak. Dit dak vormt meteen ook de flaneerboulevard. Er wordt een drive-in restaurant als tribune ingericht waar de auto’s voorbijrijden terwijl ze zich van hun meest bijzondere kant laten zien. In het Autonië-gebouw vestigen zich showrooms en wassalons. De reeds bestaande gebouwen op het terrein zullen in de loop van de tijd verschillende functies rondom de auto gaan huisvesten. Er komen sleutelwerkplaatsen en tweedehands autohandelaren, doe-het-zelfwasserettes en onderdelenverkopers. Op het middenplein is veel ruimte om te parkeren en ontmoeten en worden regelmatig festivals voor de auto georganiseerd.
(door Hans Venhuizen)
De locatie voor de nieuwbouw moskee is de al bestaande locatie in deelgemeente Delfshaven in Rotterdam in de wijk Nieuwe Westen grenzend aan de wijken Spangen en Middelland. Kenmerkend aan deze locatie is de pluriforme samenstelling van haar bewoners. De locatie huisveste een voormalig godshuis, dat nu wederom deze functie zal krijgen.
De locatie voor de nieuwbouw moskee is de al bestaande locatie in deelgemeente Delfshaven in Rotterdam in de wijk Nieuwe Westen grenzend aan de wijken Spangen en Middelland. Kenmerkend aan deze locatie is de pluriforme samenstelling van haar bewoners. De locatie huisveste een voormalig godshuis, dat nu wederom deze functie zal krijgen.
De moskee
In de tijdgeest van de 21ste eeuw vraagt de architectuur van een moskee een modern en dynamisch ontwerp. Belangrijke elementen zijn niet alleen de gebruikers, maar tevens stedelijke context waarbinnen het gebouw wordt geplaatst. Tevens is het gebouw toereikend voor jong en oud, eerste en latere generaties, Marokkaans, Islamitisch en Nederlands.
Het project voorziet in een ideale relatie tussen programma en functionaliteit. Dit maakt het vervolgens mogelijk dat de functie van de moskee optimaal benut zal worden.
Daawa, een uitnodiging
Centraal in de islam is het principe van Daawa, de uitnodiging tot Islam. Dit project heeft dit principe geadopteerd en fysisch en metaforisch vertaald in haar stedenbouwkundige uitwerking. Zo voorzien bestaande en artificiële stedenbouwkundige connecties in combinatie met het innovatieve architectonische ontwerp voor openheid en toegankelijkheid. Bezoekers worden zo uitgenodigd tot het gebouw, al vanuit omliggende straten en het tegenoverliggende plein. Het hoogtepunt van deze Daawa uit zich in de entree van het gebouw. Deze publieke tussenzone, tussen het sacrale van de bidruimte en de buitenwereld, heeft als doel tot interactie tussen moslims en niet-moslims, debat en het promoten van een groter begrip tussen ideologie, geloof en humaniteit.
De verschillende (en soms overlappende) functies die zich bevinden in de moskee hebben geleid tot multifunctionele en aanpasbare ruimten die, afhankelijk van de functie, tegelijkertijd zorgen voor natuurlijk integrerende interactie tussen haar gebruikers. Buiten deze functies vangt het ook de fluctuaties van bezoekers en gebruik op. Zo kunnen ruimten aangepast worden tijdens top dagen, zodat er extra gebedsplekken worden gecreëerd, maar kunnen er ook conferenties, feesten, colleges of lezingen gehouden worden.
De moskee heeft als doel de binding van jong en oud, de Rotterdammers, te stimuleren en versterken.
Islamitische herkenbaarheid
Om het ontwerp van de moskee te kunnen omschrijven en voor haar gebruikers herkenbaar en vertrouwd te laten zijn, is de integratie van islamitische architectuur een belangrijk element. Kenmerkend aan de islamitische architectuur is de integratie van cultuur en context. In dit geval de Marokkaans Nederlandse cultuur in een Rotterdamse context; Rotterdam als architectuurstad van Nederland. Moskee Annasr als modern Marokkaans Islamitisch symbool van de Rotterdamse architectuurstad.
Belangrijke elementen die een plek hebben gevonden in het ontwerp zijn water, licht, geluid en kalligrafie. De islamitische maankalender, de Maancyclus, is op innovatieve en abstracte wijze verwerkt in het ontwerp. Op eenzelfde manier zijn, de voor moslims belangrijke vijf zuilen, vertaald in het ontwerp.
Sanctum
Deze gebedsruimte wordt gecombineerd met een reinigingsruimte voor de woed, het wassingritueel. Tevens is de gebedsruimte zodanig toegankelijk dat er veelvoorkomende irritaties bij het uitdoen en opbergen van schoenen worden voorkomen. Zo is er de schone gang met meerdere toegangen tot het sanctum, wat zorgt voor een ideale toegankelijkheid. De Azaan, oproep tot gebed, zal levensecht ervaren worden door de gecreëerde atmosfeer in de gebedsruimte. Tegelijkertijd zal deze oproep worden vertaald in lichtdiagrammen (abstracte vertaling van de Al Mouadin) en naar buiten worden gezonden middels de minaret. Het dak laat tevens, geïnspireerd door Marokkaans geometrische patronen, op hemelse wijze licht toe in de gebedsruimte. Op deze manier is de constructie verweven met islamitische raster patronen en zal het oog van Allah de gebruikers van de ruimte inspireren. De bidrichting, Al Qibla, wordt geaccentueerd door scherpe lichtinvallende lijnen richting Mekka.
Interstitiale ruimte
Dit is het overgangsgebied waar entree tot het gebouw samenkomt met alle andere functies in het gebouw. Deze dient tevens als energiebuffer tussen de gebedsruimte en de warmte of hitte van buiten. Van hieruit kunnen de Maroclounge en Cultifunctiezaal bereikt worden. Tevens zijn de toiletten, bestuurskamers en overige ruimten bereikbaar.
Maroc lounge
Deze ‘pre-pray’ en/of ‘after-pray’ ruimte is de ruimte voor ontmoeting, ontspanning en/of verdieping. Deze ruimte is zodanig multifunctioneel dat deze tevens fungeert als bibliotheek en Internetruimte. Jong en oud, man en vrouw ontmoeten elkaar hier en zorgen voor de nodige levendigheid buiten de gebedstijden om.
Hier kan men (inter-) nationaal nieuws lezen via internetzuilen of kranten, digitaal preken naluisteren, maar ook samenkomen met familie, vrienden of visite. De bibliotheek zorgt, i.s.m. de bibliotheek van Rotterdam, voor verdiepende literatuur en cultuur gerelateerde literatuur.
Cultifunctiezaal
Deze multifunctionele zaal is een combinatie van een conferentiezaal, feestruimte en lesruimten. Naar gelang de wens van gebruik kan de ruimte worden getransformeerd.
Het gebouw bezit tevens een kapper en kleine winkel voor dagelijkse behoeften.
Duurzaamheid
Wat deze moskee eveneens uniek maakt is, in lijn met de Islamitische leer, het gebruik van groene energie, milieubewuste ontwerp keuzes en vooruitstrevende materiaal gebruik die tevens onderhoudsvriendelijk zijn.
Dit gebouw zal bij uitvoering het prototype van duurzaamheid worden en zal geïntegreerd worden met minaretten gecombineerd met zonne- en windenergie en energieverbruik gebaseerd op het jaargetijde.
Het gebouw bevat vides die dienen als warmte buffers en holle minaretten die zorgdragen voor een energie efficiënte luchtdistributie en daglichttoetreding.
De ambassade is een gebouw dat zal worden door instellingen en stichtingen die zich zullen wortelen in de Rivierenbuurt, vanuit daar hun werk te doen en in ruil voor goedkope bedrijfs- en bijzondere woonruimte zich verplichten om bij hun werkzaamheden op een of andere wijze de buurt te betrekken.
De ambassade is een gebouw dat zal worden door instellingen en stichtingen die zich zullen wortelen in de Rivierenbuurt, vanuit daar hun werk te doen en in ruil voor goedkope bedrijfs- en bijzondere woonruimte zich verplichten om bij hun werkzaamheden op een of andere wijze de buurt te betrekken.
Dat kan zijn de buurt te laten participeren in kunstuitingen, lezingen of iets dergelijks, maar ook door buiten de Rivierenbuurt reclame te maken. Om dit mogelijk te maken bevat het gebouw een ontmoetingsruimte, diverse tijdelijke ateliers en woonruimten en een intieme semiopenbare binnenruimte.